NLQF/ EQF – Niveau 2

Het Nederlands kwalificatieraamwerk (NLQF) bestaat uit acht niveaus en één instroomniveau.  De niveaus worden vastgesteld aan de hand van beschrijvingen van wat iemand weet en kan na voltooiing van het leerproces. Deze beschrijvingen van de niveaus van kennis, vaardigheden en zelfstandigheid en verantwoordelijkheid noemen we leeruitkomsten. 

Gereguleerde en niet gereguleerde kwalificaties


Alle door de overheid erkende kwalificaties hebben een NLQF-niveau. Voor niet door de overheid erkende kwalificaties kun je een NLQF-niveau aanvragen. Alle ingeschaalde private kwalificaties zijn ingeschaald in het NLQF. Deze zijn opgenomen in het NLQF-register. Zie ook de Database NLQF-kwalificaties, waar je  kwalificatieniveaus makkelijk met elkaar kunt vergelijken.

Context

  • Een herkenbare dagelijkse leef- en/of werkomgeving.

Kennis

  • Bezit basiskennis van feiten, zienswijzen processen, materialen, middelen en basisbegrippen van- en gerelateerd aan een beroep en/of kennisdomein.
  • Basiskennis van feiten van een werk- of studiegebied.

Vaardigheden

  • Reproduceert de kennis en past deze toe.
  • Voert eenvoudige (beroeps)taken uit ondersteund door geselecteerde standaardprocedures. 
  • Herkent eenvoudige problemen in de beroepspraktijk en/of in het kennisdomein.
  • Lost deze problemen planmatig op met behulp van bestaande procedures en richtlijnen.
  • Krijgt ondersteuning bij verdere persoonlijke ontwikkeling na reflectie en beoordeling van eigen (leer)resultaten.
  • Verkrijgt en verwerkt basisinformatie over feiten, zienswijzen, processen, materialen, middelen en basisbegrippen van en gerelateerd aan een beroep en/of kennisdomein.
  • Communiceert op basis van in de context en beroepspraktijk geldende conventies met gelijken, collega’s, leidinggevenden en of relevante derden.
  • Luistert, begrijpt en vraagt zelf om uitleg.
  • Vereiste cognitieve en praktische basisvaardigheden om relevante informatie te gebruiken om taken uit te voeren en routineproblemen met behulp van eenvoudige regels en hulpmiddelen op te lossen.  

Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid 

  • Werkt in en herkenbare leef- en/of werkomgeving samen met gelijken, collega’s, leidinggevenden en of relevante derden.
  • Draagt verantwoordelijkheid voor resultaten van eigen eenvoudige en afgebakende taken en/of studie.
  • Werken of studeren onder toezicht met enige zelfstandigheid.