NLQF/ EQF – Niveau 4

Het Nederlands kwalificatieraamwerk (NLQF) bestaat uit acht niveaus en één instroomniveau.  De niveaus worden vastgesteld aan de hand van beschrijvingen van wat iemand weet en kan na voltooiing van het leerproces. Deze beschrijvingen van de niveaus van kennis, vaardigheden en zelfstandigheid en verantwoordelijkheid noemen we leeruitkomsten. 

Gereguleerde en niet gereguleerde kwalificaties


Alle door de overheid erkende kwalificaties hebben een NLQF-niveau. Voor niet door de overheid erkende kwalificaties kun je een NLQF-niveau aanvragen. Alle ingeschaalde private kwalificaties zijn ingeschaald in het NLQF. Deze zijn opgenomen in het NLQF-register. Zie ook de Database NLQF-kwalificaties, waar je  kwalificatieniveaus makkelijk met elkaar kunt vergelijken.

Context

  • Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving, ook internationaal.

Kennis

  • Bezit brede en specialistische kennis van materialen, middelen, feiten, abstracte begrippen, theorieën, ideeën, methoden en processen van en gerelateerd aan een beroep en kennisdomein.
  • Feitenkennis en theoretische kennis in brede contexten van een werk- of studiegebied.

Vaardigheden

  • Reproduceert en analyseert de kennis en past deze toe.
  • Evalueert en integreert gegevens en ontwikkelt strategieën voor het uitvoeren van diverse (beroeps)taken. 
  • Signaleert beperkingen van bestaande kennis in de beroepspraktijk en in het kennisdomein en onderneemt actie.
  • Analyseert redelijk complexe (beroeps)taken en voert deze uit.
  • Onderkent en analyseert redelijk complexe problemen in de beroepspraktijk en in het kennisdomein.
  • Lost deze planmatig en op creatieve wijze op door gegevens te identificeren en te gebruiken.
  • Ontwikkelt zich door reflectie en beoordeling van eigen (leer)resultaten.
  • Verkrijgt, verwerkt en combineert brede en specialistische informatie over materialen, middelen, feiten, abstracte begrippen, theorieën, ideeën, methoden en processen van en gerelateerd aan een beroep en kennisdomein.
  • Communiceert op basis van in de context en beroepspraktijk geldende conventies met gelijken, leidinggevenden en cliënten.
  • Een waaier van vereiste cognitieve en praktische vaardigheden om in een werk- of studiegebied specifieke problemen op te lossen.  

Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid 

  • Werkt samen met gelijken, leidinggevenden en cliënten.
  • Draagt verantwoordelijkheid voor resultaten van eigen activiteiten, werk en studie.
  • Draagt gedeelde verantwoordelijkheid voor het resultaat van het werk van anderen.
  • Zichzelf managen binnen de richtsnoeren van werk- of studiecontexten die gewoonlijk voorspelbaar zijn, maar kunnen veranderen.
  • Toezicht uitoefenen op routinewerk van anderen en een zekere mate van verantwoordelijkheid op zich nemen voor de evaluatie en verbetering van werk of studieactiviteiten.