NLQF geeft duidelijkheid over het niveau van opleidingen
Gertrud van Erp is secretaris bij ondernemingsorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland. Deze werkgeversorganisaties spreken namens ondernemingen van uiteenlopende grootte en verspreid over alle sectoren. Van de AEX-bedrijven tot familiebedrijven, het midden- en kleinbedrijf en jonge ondernemingen. Met als doel: ruimte voor ondernemerschap. Gertrud van Erp heeft de portefeuille onderwijs en bedrijfsleven en houdt zich o.a. bezig met het thema een leven lang ontwikkelen. Hoe ziet zij het Nederlands Kwalificatieraamwerk NLQF?
Hoe kunnen branches en werkgevers profiteren van het NLQF?
‘Branches met een eigen beroepsgerichte kwalificatiestructuur kunnen kwalificaties laten inschalen in het NLQF zodat het niveau duidelijk is. Zo geef je opleidingen binnen branches een extra waarde mee. Dat is aantrekkelijk voor zowel de werknemers als de werkgevers.’
Eigen regie niet eenvoudig
‘Als je wil dat mensen zich blijven ontwikkelen, moet je wel zorgen voor laagdrempelige adviesstructuren. Mensen moeten hulp kunnen krijgen bij het zetten van stappen in hun loopbaan. Vragen als ‘Wat wil ik?’, ‘Waar wil ik naartoe?’ zijn lang niet altijd eenvoudig te beantwoorden. Onze banenstructuur wordt steeds ingewikkelder. Denk aan de ICT-branche, met zoveel verschillende job-titles. Waar kunnen mensen informatie vinden? Hoe weten ze of een opleiding goed is? Ik denk dat de overheid daar een belangrijke rol in moet spelen. Er zijn ook middelen nodig, denk aan een individuele leerrekening waarbij verschillende partijen kunnen meebetalen: de werknemer zelf, de werkgever, scholingsfondsen èn de overheid.’
Leerrechtensysteem
‘Samen met de MBO Raad, MKB-Nederland en NRTO pleit VNO-NCW voor de invoering van een leerrechten-systeem, waarbij iedere burger na zijn beroepsopleiding recht heeft om gedurende zijn loopbaan een door de overheid erkende vorm van op-, bij- of omscholing te volgen. Het totaal aan leerrechten is afhankelijk van wat iemand in de jeugdfase gebruikt heeft aan gesubsidieerd onderwijs. Nu heeft iedereen in Nederland ook al het recht om gesubsidieerd door de overheid scholing te volgen tot en met een WO-master. Daar sluiten we op aan. Zo willen we de leercultuur in Nederland de ‘boost’ geven die nodig is om een leven lang ontwikkelen goed van de grond te krijgen. Werkenden en werkzoekenden bepalen zelf aan welke erkende opleiding, zowel publiek als privaat, zij hun leerrechten willen besteden. Dat kan ook in modules, zowel van een hogere opleiding als van een naastgelegen opleiding. Men kiest dàt onderdeel dat van waarde is voor de eigen loopbaan. Zo spreek je de hele scholingsmarkt aan. Doorrekening toont aan dat het voor de overheid opbrengt wat het kost. Voor zo’n leerrechtensysteem moet draagvlak komen. Het STAP-budget (STimulans ArbeidsmarktPositie) kun je zien als een eerste stap in deze richting. Het NLQF is nuttig als middel om het niveau van kwalificaties duidelijk te maken. In de regeling voor het STAP-budget is NLQF-inschaling ook een van de mogelijke voorwaarden om het budget te besteden.’
Hoe kijkt u aan tegen de wetgeving die in de maak is?
‘Door NLQF in wetgeving te verankeren geef je het erkenning. Vermelding op alle erkende diploma’s zal bijdragen aan meer bekendheid en daarmee groeit de waarde van het NLQF op de arbeidsmarkt. Daarmee krijgt het echt een plaatsje onder de zon in Nederland.’