10 jaar NLQF - van niks naar één standaard voor alle kwalificaties
De komende tien jaar wordt het NLQF het vliegwiel van een leven lang ontwikkelen
Belangrijk, weten wat je zelf waard bent op de arbeidsmarkt’
Alexander Pechtold zei een aantal jaren geleden in een interview: Stel je voor wat het zou betekenen als alle diploma’s in Europa vergelijkbaar zijn. Tien jaar later is er in Europa veel bereikt. 38 lidstaten werken met 40 nationale raamwerken. In Nederland zijn inmiddels al 205 non formele kwalificaties ingeschaald, per jaar komen daar 60 inschalingen bij. ‘We begonnen tien jaar geleden met niks’, zei programmadirecteur Tijs Pijls tijdens het eerste decenniumfeest van het NLQF. ‘In tien jaar hebben we veel opgebouwd. De komende tien jaar gaan we dat verder uitbouwen, om een leven lang ontwikkelen beter mogelijk te maken.’
Bestuurders uit het onderwijs, ministeries, opleiders en werkgevers waren uitgenodigd om het tienjarig bestaan te vieren met taart, maar ook met een inhoudelijk gesprek over het versterken van Nederland als lerend land. Een panel van betrokkenen bracht stellingen in, in de zaal ontstond het gesprek over hoe het NLQF haar rol in een leven lang ontwikkelen kan versterken. Want als alle opleidingen en de daaraan gekoppelde diploma’s vergelijkbaar zijn, is het voor werkgevers en werknemers/werkzoekenden en onderwijsinstellingen veel duidelijker wat iemand al in huis heeft en wat hij nog kan bijleren. ‘Belangrijk, weten wat je zelf waard bent op de arbeidsmarkt’, zei minister Dennis Wiersma aan het begin van de middag in een videoboodschap. ‘Gelukkig werkt het NLQF al tien jaar als een soort taxateur op de arbeidsmarkt. Met NLQF kun je als je werkt of studeert laten zien wat je in je mars hebt, en weet je met welke opleiding je verder komt. En als je werkgever bent, kun je opleidingen van sollicitanten beter beoordelen. Aanbieders van een opleiding kunnen de waarde en het niveau daarvan aantonen. En dat is precies wat we nodig hebben.’ |
![]() |
Gaat het te langzaam, de weg naar de droom van Europa? De invoering van het NLQF in Nederland is vergelijkbaar met voorloper landen zoals Schotland. Er is een uitspraak van hoogleraar en onderwijsverbeteraar Rudolf van den Berg: ‘Een beetje onderwijsinnovatie, dat duurt een generatie.’ Dat geldt ook voor de volledige implementatie van het NLQF. Meer beroepsgroepen kunnen hun voordeel doen met ingeschaalde kwalificaties, het NLQF mag nog wel iets bekender worden. Want pas als iedere opleiding, werkgever en werkende de betekenis van de niveaus van het NLQ kennen, maakt het de arbeidsmarkt flexibeler en mensen mobieler. Zo wordt het NLQF een vliegwiel voor een leven lang ontwikkelen. Tijs Pijls beloofde de zaal dat hij alle suggesties die hij van de zaal meekrijgt zal benutten voor de agenda van de komende tien jaar, zodat het NLQF als instrument voor een leven lang ontwikkelen verder tot wasdom komt.
|
Het panel noemde het NLQF nu al ‘behoorlijk belangrijk’. Koen Nomden is teamleider bij de Europese Commissie voor het EQF, het Europese kwalificatieraamwerk waar het NLQF bij aansluit. Niet toevallig benadrukte hij het internationale belang van het NLQF: ‘Op Europees niveau is dit het enige instrument dat zorgt voor transparantie van kwalificaties en skills.’ Maar dat is niet het enige belang. Voor private aanbieders en non-formeel onderwijs is het NLQF ‘superbelangrijk’, aldus Ciel Stevens, directeur van het NRTO. ‘Dankzij inschaling krijgt ons aanbod maatschappelijke waarde.’ Wouter van de Sande, directeur Middelbaar Beroepsonderwijs bij het ministerie van OCW ziet de waarde van het NLQF in het ondersteunen van een Leven Lang Ontwikkelen (LLO): ‘De samenleving verandert steeds sneller, dus verliest een diploma sneller zijn waarde. Je blijven ontwikkelen wordt steeds belangrijker. Een van de uitdagingen voor LLO is het onderwijs flexibeler maken. Daar hoort een goede inschaling bij.’ |
Charmeoffensief
Daarvoor is nodig dat het NLQF veel bekender wordt, stelde hij. ‘Wij zijn daar als OCW verantwoordelijk voor, maar we kunnen daar alle hulp bij gebruiken. Eindgebruikers moeten weten dat het er is.’ Binnenkort wordt het wetsvoorstel NLQF door de Tweede Kamer behandeld. Dat is een mooi moment voor een charmeoffensief. Koen Nomden: ‘Het EQF en het NLQF hebben een bekendheidsprobleem. Het is nu meer iets voor experts. Het is goed dat Nederland de transparantie van het instrument nu verankert in een wet.’ Vanuit de zaal werd iedereen opgeroepen om de NLQF niveaus te gebruiken in vacatureteksten, cv’s en op LinkedIn-profielen. De bekendheid van het NLQF wordt ook groter als meer branches het gaan gebruiken. Een groot aantal branches doet dat al: zoals de zorg, metalectro, detailhandel, horeca, schoonmaak, makelaars, marketing, voetzorg en sport.
Ook gerichte communicatie kan helpen om het NLQF bekender te maken. De zaal gaf daarvoor goede tips: richt je dan met name op doelgroepen die het meeste belang hebben bij een leven lang ontwikkelen, zoals volwassenen, werkenden en praktisch geschoolden. Benadruk in de communicatie dat het NLQF kansengelijkheid kan helpen te bevorderen. Het inschalen van alle opleidingen met dezelfde niveaus, formeel én non-formeel onderwijs, helpt daarbij. Want ook mensen die op hun werk leren, ontwikkelen zich. Al zijn ze zich daar soms niet van bewust. Moet het NLQF bekender worden met een grootschalige publiekscampagne? Deze stelling werd door de zaal niet gedeeld. ‘Dat heeft niet zoveel zin als dat een vrij theoretisch verhaal wordt. Bevorderen van het gebruik in de praktijk werkt beter. Focus in de communicatie op de eindgebruiker. En gebruik hiervoor verschillende sectoren en branches.’ |
![]() |
Houvast-Kwaliteit-Duidelijkheid
|
Het NLQF doet dus goed werk en er ligt veel potentie voor de toekomst. Wat wel een uitdaging is: het inschalen van een opleiding duurt soms te lang. ‘Als je nog geen kwaliteitskeurmerk hebt, moet je ontzettend veel doen om het voor elkaar te krijgen’, zei Hanneke Ackerman, programmamanager Onderwijs en Arbeidsmarkt van FME. ‘Wij zijn daar een goede anderhalf jaar mee bezig geweest.’ 'Maar, kwaliteit is belangrijk en procedures moeten wel zorgvuldig zijn en het heeft ons veel opgeleverd’’. Gertrud van Erp, secretaris Onderwijs bij VNO-NCW, vroeg zich hardop af of al dat werk wel door een unique selling point kan worden gedaan voor met name het hoger onderwijs. Het NLQF helpt zeker bij het vergelijken van gelijksoortige opleidingen en biedt duidelijkheid, stelde ze. |
In de discussie bleek dat het NLQF pas nut heeft als alle onderwijsvormen meedoen. Het formele hoger onderwijs is weliswaar niet verplicht om het NLQF niveau te vermelden op het diploma, maar kan dit uiteraard wel doen. De inschaling staat wel altijd op he diplomasupplement. Alle door OCW gereguleerde kwalificaties zijn daarmee gekoppeld aan het NLQF en dat biedt houvast. Dat maakt het instrument dus, het werd al gezegd, superbelangrijk.
Internationale voorlopers
Het NLQF bevordert internationale mobiliteit, dat staat voor Koen Nomden als een paal boven water. Hij noemde als voorbeeld de kwalificatie voor zwemonderwijs: ‘Die wordt erkend in zeven landen. Een zwemdocent die als vluchteling naar Nederland komt kan zijn opleiding heel snel laten erkennen en hier zo aan het werk.’ Hij adviseerde om nog eens goed te kijken naar landen die voorop lopen, zoals Australië, Nieuw-Zeeland en Schotland. Zij hebben een heel solide kwaliteitskader als basis. Eén Qualification Authority werkt daar aan het inschalen van alle opleidingen en geeft ook micro-credentials af. Dat zijn erkenningen voor kortdurende opleidingen of modules. Dat staat in Nederland nog in de kinderschoenen. Het proces is in andere landen al verankerd in wetgeving. Werkgevers bepalen mede de inhoud van de kwalificaties. Bevordert het NLQF als instrument voor LLO inderdaad kansengelijkheid? ‘Daar zijn we nog niet’, zei Wouter van de Sande. ‘Dit voorjaar komt het ministerie van OCW met een visie op LLO. Daarna gaan we later met alle partijen over in overleg.’ | ![]() |
Mooie opdracht
![]() |
De komende tien jaar zal de wet NLQF ervoor zorgen dat inschaling nog meer maatschappelijk effect en maatschappelijke waarde krijgt, concludeerde Tijs Pijls na afloop van de discussie. Het NLQF is een prima instrument om tot een flexibel opleidingsaanbod te komen, waarmee iedereen zich maximaal kan ontwikkelen. Daarvoor is nodig dat het NLQF gekoppeld wordt aan microcredentials en skills. Dat het instrument bekender wordt bij gebruikers en dat de kwalificaties ingeburgerd raken in alle sectoren. Een mooie opdracht voor de komende tien jaar. ‘Wij gaan daar hard mee aan de slag’, beloofde hij de zaal. |